Rond 1715 maakt Grignion de Montfort zijn geestelijk testament op, met als titel
De Ware Godsvrucht tot de Heilige Maagd, en met als tweede titel Voorbereiding
op het Rijk van Jezus Christus. In 1843 geven de Montfortanen dit boek voor
de eerste maal uit onder de titel Het Gouden Boek. Dit boek van Grignion
de Montfort geeft een betekenis aan de Mariaverschijningen. Voor iemand die de
Mariaverschijningen tracht te begrijpen, vormt het een onmisbaar werkstuk. Het
is niet toevallig dat men bij het terugvinden van dit boek in de 19 de eeuw de
eerste van een hele reeks Mariaverschijningen plaatsvinden. Denk maar aan die
van La Salette (1846) en die van Lourdes (1858). Frans Van Kets zingt het liedje over de paddestoel op dezelfde wijze als 'Te Lourdes op de bergen'.
Het boek voorspelt de komst van het Rijk van Christus Koning tijdens de eindtijd. Volgens de Montfort zullen uitverkoren Heiligen Konings geheim der geheimen doorgronden. Dit is het geheim van de mens geworden Verlosser. Bij Christus' tweede komst zal Maria geopenbaard worden door de Heilige Geest. Enkel de uitverkoren Heiligen zullen Maria herkennen door naar haar te zoeken. Wanneer ze Maria hebben herkend zullen ze de mens geworden Jezus Christus vinden. Het is Maria die de Heiligen zelf kiest. Aan het eind der tijden zullen zij dan Gods vijanden bestrijden. Wanneer dit zal gebeuren? Alleen God weet het.
'Maria zal meer dan ooit uitschitteren in goedertierenheid, kracht en
genade. De ware apostel van de laatste tijden zal
van de Heer de gave van het woord krijgen, met de kracht om wonderen te
verrichten waardoor hij de duivel mee zal verslaan'.
De favoriete leuze van Grignion de Montfort is 'Ad Majorem Dei Gloriam' (A.M.D.G.) of 'tot meerdere eer van God'.
Hij verwerkt deze spreuk in zijn geliefd gebed:
'Ik laat u een geheel en volkomen recht, om over mij en al wat mij toebehoort, zonder voorbehoud te beschikken naar uw goedvinden, tot meerdere eer van God, in de tijd en in eeuwigheid. Aanvaard o Goedertierene Maagd, deze geringe offerande mijner slavernij, ...'
Arsène Goedertier ondertekent een brief die hij tijdens de afpersing naar zichzelf stuurt met 'A.M.D.G.' Deze brief moet dienen als 'vrijgeleide' indien de politie hem bij het afhalen van het losgeld zou onderscheppen.
Frans Van Kets zingt op Sint-Anna
over de verminkte Joanna, waarvan de benen waren afgesneden en over Maria,
die zonder benen verscheen. Arsène Goedertier verstuurt op 30 april 1934 zijn eerste
brief vanuit Sint-Anna, het dorp dat wordt genoemd naar de Heilige Anna en
waarvan de naam van Joanna is afgeleid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten