Na de derde
Openbaring is het voor Arsène Goedertier duidelijk:
Christus gaat in de
menselijke gedaante van Albert I herrijzen vanuit de koninklijke crypte van
Laken.
Maar wat is zijn
opdracht hierin? Goedertier zoekt verder naar bijkomende signalen.
Tussen november 1932
en begin 1933 manifesteren zich te Beauraing de bekendste Mariaverschijningen
van België.
Arsène rijdt samen
met zijn echtgenote naar Beauraing. In die periode begeeft hij zich geregeld met de
trein naar Brussel. Voor verre verplaatsingen laat hij zijn wagen op stal.
Waarom verkiest hij bij deze moeilijke en verre reis zijn auto als
vervoermiddel, terwijl het station van Beauraing vlakbij het epicentrum van de
verschijningen ligt?
De auto is een veel
flexibeler vervoermiddel dan de trein. Terwijl je bij de trein gebonden bent
aan de beschikbare treinstations, kan je je met de wagen vrijelijk in de
omgeving bewegen.
Na zijn drie
openbaringen werd Arsène als een magneet naar een bepaalde locatie, in de buurt
van de Mariaverschijningen in Beauraing, aangetrokken.
Kanunnik Van den
Gheyn, schatbewaarder van het Lam Gods citeert in 1921 professor
Fierens-Gevaert:
‘De mogelijkheid
werd geopperd dat Jan Van Eyck zich bij het schilderen van de rotsen op de
zijpanelen liet inspireren door de kalkstenen rotsen
langs de oevers van de Maas.’
Deze
veronderstelling lijkt niet vergezocht aangezien wordt aangenomen dat de roots
van de gebroeders Van Eyck in de Maasvallei liggen.
Daar komt dan nog
eens bij dat deze rotsen het geliefkoosde actieterrein zijn van de man die de
kernboodschap van Goedertiers openbaringen existeert.
Voor Arsène redenen
genoeg om tijdens de rit naar Beauraing halt te houden bij de rotsen van
Marche-les-Dames, aan de oever van de Maas.
Rotsen van De Rechtvaardige Rechters |
De naam Marche-les-Dames verwijst naar de vrouwen uit de streek die in de Abdij Notre-Dame du Vivier een onderkomen vonden toen hun dierbaren met Godfried van Bouillon de eerste kruistocht aanvatten.