In La comtesse de Cagliostro (1924) (De gravin van Cagliostro) van Maurice Leblanc speelt een sterrenbeeld een belangrijke rol in de lokalisatie van een fabuleuze schat.
Toen koning Jan II bij Poitiers verslagen werd
door de Zwarte Prins, werd hij gevangen gezet in Engeland. Er werd door de
Britten 3,5 ton goud aan losgeld geëist. Het goud werd via Normandië naar
Engeland gezonden, maar toen Jan II in gevangenschap stierf, werd het ergens in
Normandië verborgen op een geheime plaats. Dit geheim werd in een formule gegoten:
Ad lapidem currebat olim regina
Arsène Lupin slaagt erin ‘de schat van de
zeven abdijen’ te lokaliseren door het sterrenbeeld ‘Grote Beer’ te projecteren
op een landkaart van Normandië. Hij ontdekt dat deze projectie overeen komt met
de lokalisatie van zeven abdijen in Normandië.
Als hij de eerste letters van de mysterieuze formule noteert, merkt hij dat deze het woord ALCOR vormen. Alcor is de tweede ster in de constellatie van de Grote Beer en correspondeert op de landkaart met de abdij van Jumièges, waar het goud zich zou moeten bevinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten