De Openbaring van Arsène Goedertier

De Openbaring van Arsène Goedertier
Posts tonen met het label Albert I. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Albert I. Alle posts tonen

vrijdag 4 maart 2016

Biljetten van 1000 Frs✝

Alvorens verder te gaan met de 'speurtocht' van mijnheer Goedertier wil ik terugkomen op de Latijnse kruisjes die hij met zijn typemachine heeft gecreëerd. 

Dit kruisje had hij al eens eerder gebruikt in zijn eerste brief aan de bisschop. Toen schreef hij:


Bij het biljet van 1000 Frank plaatst hij een Latijns kruisje, bij het biljet van 10.000 Frank doet hij dat niet. Wat is er zo bijzonder aan dit biljet? Heeft dit briefje een bepaalde waarde voor Arsène? Hij kon evengoed 100 biljetten van 10.000 Frank laten afleveren. 

Het Belgische biljet van 1000 Frank werd uitgegeven tussen 1922 en 1944. Op de voorzijde staat links een medaillonportret van koning Albert I en koningin Elisabeth. De Nationale Bank had onmiddellijk na de oorlog in een patriottische reflex beslist om voor het eerst een regerend staatshoofd af te beelden op de biljetten van de "nationale reeks". 
Rechts op de voorzijde wordt een allegorie van de vrede en de arbeid afgebeeld.

Belgisch bankbiljet 1000 Frank type 1919 nationale reeks

Op de keerzijde zien we een kantwerkster, de wederopgebouwde hallen van Ieper, wapenschilden van Oost - en West-Vlaanderen, het Gravensteen en de IJzervlakte.

De keerzijde van hetzelfde biljet

Tussen 1922 en 1944 werd dit biljet nagenoeg ongewijzigd uitgegeven. Vanaf 1928 zien we op de voorzijde in het midden een nieuw figuur verschijnen.

tienpuntige ster
Een tienpuntige ster.

Als we deze ster vergelijken met het vrijmetselaarssymbool:

Vlammende Ster

Op het biljet zijn er in de ster nog belangrijke details waar te nemen:

5 Latijnse kruisjes op een bolletje

Het koningspaar kijkt dus naar een vlammende ster waarin 5 Latijnse kruisjes op een bolletje verwerkt zijn. Voor Arsène Goedertier bevatte het briefje van 1000 Frank een geheime boodschap.
Door zijn strikt geloof in het religieus determinisme was Goedertier ervan overtuigd dat de Allerhoogste macht had over de vrije wil van de mens, zodat de Grote Architect van het Universum geheime boodschappen kon achterlaten die alleen de uitverkorenen konden begrijpen.
Mogelijk was het zijn bedoeling om na de ontrafeling van het mysterie op de bijzonderheid in de eerste brief te wijzen waardoor hij nog meer indruk kon maken. Of was het een eerste subtiele hint voor de bisschop, of een rechtvaardiging van heel zijn opzet?  Dit blijft een open vraag.

zondag 11 januari 2015

'Wie de ring vindt, heeft De Rechtvaardige Rechters'

De kans bestaat dat Jozef Vanderveken door Max Winders in vertrouwen werd genomen. Als de omstandigheden waarin men het paneel vóór 1945 terugvond van die aard waren als op deze Blog uitgelegd, dan had men een vertrouweling nodig die niet alleen kon overgaan tot een expertise, maar ook tot een restauratie. En dan was Jozef Vanderveken de enige in België en misschien wel in de hele wereld die deze beide taken op zich kon nemen. 

Vanderveken voegde een variatie toe aan zijn kopie, en dit was wel een heel subtiele: de ring die de tweede, bebaarde ruiter tussen duim en wijsvinger toonde, is op de kopie niet meer te zien. 

Kopie Vanderveken: detail

Op 29 maart 1974 schreef De Voorpost: ‘Volgens anderen zou de ring die één der figuren in de hand houdt, in het gras liggen.’ 

Jos Cels in 1976: ‘En verder heeft de kunstenaar een ring, die op het originele schilderij door een der rechters in de hand wordt gedragen, met opzet tussen de poten van het paard verstopt!’ 

Mortier en Kerckhaert merkten hierover in 1994 het volgende op: ‘Het ontbreken van dat sieraad gaf zelfs aanleiding tot het verhaal dat, wie de ring had, ook het origineel bezat. Uiteraard!’ 
(De strikte interpretatie van deze uitspraak is tekenend voor heel hun onderzoek).

Van wie kwam die uitspraak over de ring eigenlijk? 

Volgens priester Dierick (1922-2000), verbonden aan het Sint-Baafskapittel, ging er het volgende gerucht de ronde: 

‘wie de ring vindt (of heeft), heeft De Rechtvaardige Rechters.’

Arsène Goedertier spiegelde zich aan Arsène Lupin, de gentleman inbreker die een voorliefde had in het 'oplossen' van zijn eigen misdaden.
Hoe kon Arsène Goedertier zijn eigen misdaad oplossen? Doodleuk openbaren dat het geheim van De Rechtvaardige Rechters zich in de doodskist van Albert I bevindt, en dan tegen dezelfde muur lopen dan diegene waar ik heden ten dage tegenaan loop?
Of had hij iets bijzonder in handen? Iets waarmee hij de sleutel van het geheim in handen had? Bijvoorbeeld ... een ring?

In de AMDG-brief die hij naar zichzelf stuurde schreef hij: 

Detail AMDG-brief

Na het beëindigen van deze belangrijke zaak, zal ik u een souvenir laten geworden dat u aangenaam zal herinneren aan uw christelijke tussenkomst.

vrijdag 2 januari 2015

Het gedicht van Jozef Vanderveken


Als voorzitter van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen nam Max Winders na de Tweede Wereldoorlog het toezicht van de restauratie en de vervollediging van het Lam Gods op zich. Deze werken werden uitgevoerd door restaurateur Jozef Vanderveken (1872–1964).

Vanderveken begon zijn schilderscarrière met het maken van imitaties van oude meesters. Daarvoor bestudeerde hij jarenlang de samenstelling en het gebruik van vernissen en verfstoffen van Vlaamse primitieven, waarbij hij zich ontpopte tot een van de grondleggers van het restaureren van oude schilderkunst in België. Gaandeweg werd hij betrokken bij de restauratie van alle belangrijke werken in de Brugse musea, het Koninklijk Museum in Brussel, de Sint-Baafskathedraal en het Koninklijk Museum in Antwerpen.

In 1936 werd hij door de Belgische regering gevraagd de bescherming van het Lam Gods te verzorgen. Eind 1936, begin 1937 knapte hij de twee panelen van de overheid op: Adam en EvaIn 1938 vatte Vanderveken het idee op een kopie te maken van het verdwenen paneel De Rechtvaardige Rechters.

Door het uitbreken van de oorlog werden de panelen van het Lam Gods naar Frankrijk overgebracht. Omdat zijn kopie niet mee op transport mocht, bewaarde hij ze bij hem thuis, in Brussel. Op 29 augustus 1941 kreeg hij bezoek van Oberleutnant Koehn, die vaststelde dat de kopie bijna af was.

In oktober 1945 werd het Lam Gods aan professor Paul Coremans toevertrouwd. Hij gaf Jozef Vanderveken opdracht om de nodige herstellingen uit te voeren. Deze werken gebeurden onder toezicht van Max Winders. In diezelfde maand voltooide hij blijkbaar de kopie. Op de achterzijde van het paneel brandde hij in sierlijke letters een versje:

Uit liefde
als plicht
verrricht
                                                     en om te wreken                                                    
voor streken
niet geweken
Jef Vanderveken
 October 1945 

Op een tentoonstelling van zijn werk in het Groeningemuseum van Brugge, van 25 november 2004 tot 28 februari 2005, werd dit klad tentoongesteld in een vitrinekastje. Uit het klad bleek dat de oorspronkelijke tekst van het gedicht er aanvankelijk anders uitzag:

Ontwerp gedicht Jozef Vanderveken

Vanderveken heeft het hier duidelijk over de motieven voor de diefstal. Dat Arsène Goedertier zich had laten leiden door glorie en geld was algemeen aangenomen, maar motieven als geloof, geweld of ‘aan bijgeloofs beschikking gesteld’ werden sinds 1934 zo goed als nergens vermeld. 

Op deze Blog werden zowel het bijgeloof, als ook het geloof in en het geweld op koning Albert I besproken als drijfveer voor de diefstal en verklaring voor de mysteries waarmee de zaak is omgeven. Heeft Max Winders tijdens de restauratie van het Lam Gods na de Tweede Wereldoorlog iets in het oor van Vanderveken gefluisterd waardoor die iets meer is te weten gekomen? Het ontwerp van het gedicht van Vanderveken wijst alvast in deze richting.

dinsdag 16 december 2014

Max Winders


Max Winders werd geboren in Antwerpen op 22 april 1882. Hij voltooide zijn studies architectuur, beeldhouwkunst en schilderkunst aan de Koninklijke Academie van Antwerpen. Hij was jarenlang voorzitter van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, beheerder van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium en oud-voorzitter van de Koninklijke Archeologische Academie van België.

In 1914 kreeg hij van minister De Broqueville de opdracht de Belgische goudreserve in Engeland in veiligheid te brengen. Bij de derde overtocht werd hij vergezeld door koningin Elisabeth, prinses Marie-Josée en de prinsen Leopold en Karel. Na die overtocht ontstond er een hechte vriendschapsband tussen het vorstenhuis en Max Winders.

Vanaf dat ogenblik waren ‘Max Winders’ en ‘kunst’ in ons land synoniem geworden. Zowel tijdens de Eerste als de Tweede Wereldoorlog werd hij, als ‘vurig strijder voor het behoud van ons kunstpatrimonium’, belast met de zorg voor onze kunstschatten. In de jaren veertig werd Winders lid van het prestigieuze Institut de France, afdeling Académie des Beaux Arts.

Voor de Tweede Wereldoorlog had Winders vooral bekendheid verworven door in 1935 deel te nemen aan de opzoekingen naar het stoffelijk overschot van hertogin Margaretha van York, begraven in de kapel van de Franciscanen in Mechelen.

Uiterst rechts: Max Winders (1942)

Als voorzitter van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (de koninklijke crypte viel onder zijn rechtsreeks beheer), beschermheer van de kunst, trouwe vriend van koning Albert I en specialist in het opsporen van stoffelijke overschotten, was hij voor koning Leopold III de geknipte persoon om het netelige probleem rond De Rechtvaardige Rechters aan te pakken. Op 10 juni 1942, in de periode dat bij de weduwe van Arsène borstkanker werd vastgesteld en de bezetter nauwkeurige opzoekingen deed naar het verloren paneel, werd Winders bij Leopold III geroepen. Op 23 januari 1970 werd hij voor de tweede maal bij de koning geroepen. Tegenover zijn vriend verklaarde Winders dat hij De Rechtvaardige Rechters in opdracht van de koning moest bovenhalen. Na een jarenlange polemiek in de pers werd de zaak simpelweg afgesloten met de aanname dat Max Winders een fantast zou zijn. 

Bij de uitvaart van Winders op 14 september 1982 stond er aan de voet van het altaar een gravure met de volgende onderscheidingen: Groot-Officier in de Leopoldorde, Groot-Officier in de Kroonorde, Groot-Kruis in de ridderorde van de Ridders van het Heilig Graf, Groot-Officier in de ridderorde van Sint-Sylvester, Officier in het Légion d’Honneur, Burger Kruis 1914-1918, medaille van koning Albert en de rozetten van Officier in het legioen openbaar onderwijs. Niet slecht voor een fantast die ook een audiëntie kreeg van paus Paulus VI.

Monseigneur De Kesel verklaarde op 7 maart 2000 dat Winders na de oorlog grote carrière had gemaakt: ‘Hij zou zwaar beloond geweest zijn door hogerhand opdat hij zou zwijgen. (…) Samen met Mgr. Van Peteghem ben ik nog bij Winders geweest. Ik had toen de indruk dat hij wel iets wist. Ook de minister van Justitie was die mening toegedaan. 

Men liet ons verstaan dat na het overlijden van Winders het paneel zou terugkomen.’

Maar dat is dus niet gebeurd.

Podcast Mysterieus België

Podcast Ware Misdaad