Volgens de christelijke traditie is Anna de
moeder van Maria. Omstreeks 500 wordt er voor het eerst melding gemaakt van
een Annakerk in de buurt van de Schaapspoort en de Schaapsvijver te Jeruzalem. Anna zou men in deze kerk begraven hebben. Volgens de legende brengt keizerin Helena omstreeks 325,
na de erkenning van het christendom, de relieken van Anna naar
Constantinopel. Ze worden vergezeld met de stoffelijke resten van de Drie
Koningen en het Heilige Kruis.
Sinds het einde van de
dertiende eeuw wordt in de beeldende kunst Anna, Maria en Jezus samen weergegeven. Deze voorstelling noemt men Anna-te-Drieën. Sinds oudsher heeft de Annadevotie de typische trekken van een moedercultus.
Volgens een andere legende introduceert Karel de Grote (747–814) de Anna-verering in Germanië. In 803-804 wordt door Paus Leo III in Laken een eerste bedehuis gewijd, naar aanleiding van de doortocht van de pas gekroonde keizer.
Een vroege vermelding van de Anna-verering in de Nederlanden vinden we terug in Gent. In 1099 verovert Godfried
van Bouillon (1060–1100) Jeruzalem. Na de inname van Jeruzalem komt de Sint-Niklaaskerk van
Gent in 1101 in het bezit van een waardevol Sint-Annareliek.
De gekroonde keizer Karel de Grote en Godfried van Bouillon, gezeten op een ezel, vinden we zij aan zij terug op het paneel 'De Ridders van Christus'.
Sint-Anna is de patroonheilige van de
mijnwerkers, de binnenschippers en de zeelieden. Ze heeft volgens hen macht
over de elementen. Op het platteland worden op de feestdag van
Sint-Anna (26 juli) de groene gewassen geoogst en het hooi
binnengehaald. Ze kan blinden weer laten zien, lammen en kreupelen terug laten lopen. Ze wekt doden tot leven en is in staat oorlogen te bezweren.
Zo kan bij Arsène Goedertier het idee zijn ontstaan dat door de moord op Joanna, met de daaropvolgende rampen en Mariaverschijning, de tweede komst van Jezus Christus, met de daarbij horende eindtijd
nabij waren. Deze signalen konden enkel door uitverkoren engelen
begrepen worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten