In het Bijbelboek Openbaring wordt de profetie van Johannes
beschreven, die het Einde der Tijden voorspelt. De Antichrist wordt geketend en
in de afgrond gegooid, waarna een Duizendjarig Vrederijk aanbreekt, en de
heiligen opstaan uit de dood en samen met Christus regeren over de aarde. De
vrede is echter niet compleet; onder de stimulerende aanwezigheid van Satan is
nog zonde. Maar de Messias heerst met ijzeren staf en spreekt recht over de nog
steeds sterfelijke wezens. Op het einde van het Duizendjarig Vrederijk wordt
Satan uit zijn gevangenschap losgelaten, waarna hij de mensen verleidt om zich
tegen het koningsschap van Jezus Christus te verzetten. Een deel van de
mensheid zal hem in deze Eindtijd volgen. De periode wordt gekenmerkt door
geloofsafval, rampen en oorlogen. Er zal een strijd tussen de volkeren
uitbreken die culmineert in de laatste grote krachtmeting op de vlakte van
Armageddon. Jezus zal als de Messias bij zijn tweede komst op deze wereld de
opstand neerslaan en definitief met Satan afrekenen. Hierna volgt het Laatste
Oordeel, waarbij over de nog levenden en de verrezen doden door God recht zal
worden gesproken. Vervolgens zal er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde komen.
Op deze nieuwe aarde zal het Nieuwe Jeruzalem vanuit de hemel neerdalen… en er
zullen geen zonde, ziekte en dood meer
zijn.
De industriële revolutie op het einde van de achttiende en het begin
van de negentiende eeuw bracht een enorme vooruitgang teweeg. Op het einde van
deze ‘Eeuw van Vooruitgang’ brak er tussen 1890 en 1914 een periode aan in de
West-Europese cultuur, die bekend staat als het Fin de Siècle. De
industrialisatie veroorzaakte een hoge druk op mens en milieu. Milieuvervuiling
en de gevolgen hiervan voor de gezondheid riepen heel wat vragen op. Tijdens
het Fin de Siècle neigde men naar een zwartgallige visie op de wereld en
het bestaan. Er was angst voor wat komen zou, men was gefascineerd door verval
en dood. ‘De term ontsproot aan een gevoel van decadentie en weemoed; aan het
vage voorvoelen van het einde van een wereld.’ De wetenschap en
pseudowetenschap lieten de religieuze context achterwege, en zochten naar
manieren waarop de wereld kon eindigen. De populairste hypothesen waren dat de
wereld in een verre of nabije toekomst zou vergaan door afkoeling, verbranding,
overstroming of door een komeet.
De apocalyptische verwachtingen in het
begin van de 20ste eeuw werden nog versterkt door:
De mysterieuze ontploffing in Toengoeska
(1908);
De aardbevingen en daaropvolgende tsunami
in Messina (70.000 doden) (1908);
De komst van de komeet van Halley (1909 –
1910);
Het vergaan van de ‘onzinkbare’ Titanic
(1912).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten