1.7. De symboliek van het Lam Gods
De
achtergrond en algemene compositie van het Lam
Gods verraden de inspiratiebronnen. Van oudsher is Sint-Jan de Doper de
patroon van de plaatselijke parochiekerk en de stad Gent. Toen de gebroeders
Van Eyck in de vijftiende eeuw het Lam Gods voltooiden, werd de
Sint-Baafskathedraal nog naar deze patroonheilige de Sint-Janskerk genoemd.[i] Joos Vijd maakte deel uit
van de Sint-Jansparochie. Dit heeft er in die tijd ongetwijfeld toe bijgedragen
dat Sint-Jan de Doper een vooraanstaande plaats kreeg in het Lam Gods. Hij
staat afgebeeld boven het middenpaneel, naast God de Vader, die hij aanwijst.
Van Eyck heeft er in het Latijn de volgende tekst bij geschreven: ‘Dit is Johannes de Doper, groter dan de
mens, aan de engelen gelijk, samenvatting van de wet, zaaiing van het
Evangelie, stem van de Apostelen, stilzwijgen van de profeten, lamp van de
wereld, getuige van de Heer.’
Sint-Jan
de Doper vinden we ook op een andere plaats op het Lam Gods terug. Op de
teruggegeven grisaille wijst deze heilige naar het Lam dat op zijn linkerarm
ligt. Hierover schrijft Elisabeth Dhanens: ‘De keuze van het thema van het Lam houdt duidelijk verband met het
lokale patroonschap van Sint Jan de Doper, patroon van de kerk en van de stad,
waar Joos Vijd respectievelijk kerkmeester en schepen was.’[ii]
Peter Schmidt sluit zich hierbij aan: ‘We wijzen erop dat de thematiek van het Lam ook door parochiale overwegingen
kan ingegeven zijn. Het Lam is immers ook het attribuut van Johannes de Doper,
patroonheilige van de toenmalige Sint-Janskerk. Johannes de Doper staat
trouwens tweemaal op het retabel afgebeeld. Het Lam Gods is zijn
attribuut. Het was immers Johannes de Doper die volgens het vierde evangelie
Christus met deze benaming aanwees aan zijn leerlingen (Joh.1,36).’[iii]
Wat de dogmatische, theologische inhoud van de
voorstelling betreft, laat het abstracte karakter van het onderwerp heel wat
vrijheid tot interpretatie.[iv]
Dat de invulling van het veelluik door de eeuwen heen evolueert, merken we aan
de steeds veranderende benaming die het meekrijgt. Na de Joos Vijds taeffele
werd het de tafel van Adam en Eva. Later werd het Triomphe de l’Agnus
Dei (1567), Triumphus Agni Coelestis (1641), Het Paeschlam
(1734), L’agneau de l’Apocalypse (1763), Le tableau où les vieillards
adorent l’Agneau (1769), L’adoration de l’agneau par les vieillards du
chap. IV de l’Apocalypse (1772) en het Lam Gods.[v]
De benamingen uit 1763 en 1772 wijzen op het belang
van het boek Apocalyps, dat ook de Openbaring van
Johannes wordt genoemd. Het Griekse woord ‘apocalyps’ betekent gewoon ‘openbaring’:
in dit geschrift onthult God Zijn geheimen aan de mensen, via visioenen. Het
boek beeldt de strijd uit tegen het Beest dat de wereld in het verderf stort.
Na de overwinning op het Beest volgt Gods oordeel en de definitieve doorbraak
van zijn heerschappij over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Peter Schmidt
schrijft: ‘Het Lam Gods is een
symbool voor Jezus Christus. Het christelijk geloof belijdt dat Jezus Christus
de Messias is, God en mens, die door zijn kruisdood en verrijzenis de zondige
mensheid gered heeft. Hij is de middelaar tussen God en mens, die de toegangspoort
heeft geopend voor het eeuwig leven. Door zijn woord en voorbeeld heeft hij ook
alle mensen de weg gewezen om door liefde en gerechtigheid het “Rijk der
Hemelen” binnen te treden.’
Dat
Jezus Christus als een Lam wordt voorgesteld, heeft te maken met het Nieuwe
Testament. Meer bepaald is de auteur van het boek Apocalyps verantwoordelijk voor de uitwerking van deze symboliek.
Het grote ‘visioen van het Lam’ begint in dit boek als volgt: ‘Toen zag ik
tussen de troon met de vier dieren en de kring van de oudsten een Lam, staande,
als geslacht…’ (Apk 5:6).’[vi]
Elisabeth
Dhanens: ’Het heerlijk glooiend landschap, overwegend groen op het middenpaneel,
enigszins rotsachtig op de zijpanelen, stelt het eeuwige paradijs voor: een grazige
weide met bloemen, sommige met symbolische betekenis, struikgewas en heesters,
bosschages en hoge bomen; de gezichtseinder afgesloten door de gebouwen en
torens van het Hemels Jerusalem (Apk 3:12 en 21:2), met in het midden een smal
vergezicht op een blauwachtig stroomlandschap.’[vii] ‘… en zie, op de berg
Sion stond het Lam (Apk 14:1) … Voor het altaar staat een sierlijke fontein, de
Fons Vitae of levensbron (Apk 7:17; 21:6; 22:1; 22:17), …’[viii]
Zij
geeft vervolgens een eigentijdse interpretatie: ‘De Allerheiligenliturgie,
inhoudende als belangrijkste element de Aanbidding
van het Lam volgens de Apocalyps, is dus wel de voornaamste, ofschoon niet
de enige literaire bron van de uitbeelding; niet de Apocalyps als zodanig. Immers
in het Lam Gods vinden we verder
niets van de dramatisch bewogen geest van dat Schrift, noch van zijn
fantastische beeldspraak. Slechts één zinsnede in de Openbaring kan de algemene
stemming van het Lam Gods weergeven,
en we weerstaan niet aan de verleiding ze te citeren: … zodra Het (Lam) het zevende zegel had geopend, kwam er een stilte in
de hemel, een half uur lang (Apk 8:1). In deze stilte willen wij het
kunstwerk beschouwen.’[ix]
Hierbij
geeft ze kritiek op anderen die gemeend hebben ‘te moeten opklimmen tot een
abstracte, algemeen geldende hoofdgedachte die alle panelen van de polyptiek,
de buitenluiken inbegrepen, tot een uiteindelijke eenheid smeedt, nl. Het dogma
van de verlossing van het mensdom door
het offer van Christus.’ Hiermee doelt ze op kanunnik Van den Gheyn (1920)
en Leo van Puyvelde (1959).[x] Voor ons is de interpretatie van kanunnik Van
den Gheyn belangrijker omdat de kans groot is dat hij op zijn beurt Arsène Goedertier
heeft beïnvloed bij zijn interpretatie van het retabel. Van latere auteurs was
er toen immers nog geen sprake. Hier komen we later op terug.
1.8. Analyse van de gebeurtenissen
Heeft
de betekenis van het gestolen object invloed gehad op het motief van de
diefstal? In het gerechtelijk dossier vinden we niets terug waaruit blijkt dat
de vroegste onderzoekers zich de vraag stelden. Ook in de non-fictie literatuur
die later over de diefstal verscheen, is er nauwelijks iets over terug te
vinden. Hoogstens vroeg men zich al eens af waarom juist de Sint-Jan de Doper en De Rechtvaardige Rechters werden
gestolen. Antwoorden hierop werden dan vanuit praktisch oogpunt gezocht. Wel
waren er fictie-auteurs die een poging ondernamen. Zij vertrokken dan bij het Lam Gods zelf, zonder enig aanknopingspunt
te hebben met de werkelijke beweegredenen van de dader.
Maar
de grootste lacune zelf is terug te vinden in de analyse van de gebeurtenissen
die na de diefstal plaatsvonden. Zo is er heel wat geweten over de behandeling
die de grisaille heeft gekregen tussen de diefstal en de teruggave. Afgezien
van de geheime bergplaats van De
Rechtvaardige Rechters, verkreeg men over dit paneel toch ook heel wat
inlichtingen. En dat uit de mond van de dader zelf. Tegenover kennissen en
familieleden loste hij hierover heel wat informatie. Op die manier kon hij later,
als de zaak ooit opgelost raakte, pochen met zijn vernuft. Ook in zijn
afpersingsbrieven lichtte hij hier en daar een tipje van de sluier op. Zo
botsen we op heel wat eigenaardigheden waar de nodige vragen bij gesteld moeten
worden, en die nooit zijn opgemerkt, laat staan bestudeerd. De analyse die hier
volgt, is uitsluitend gebaseerd op feiten. Er wordt vooral rekening gehouden
met de bevindingen van het gerechtelijk onderzoek, de afpersingsbrieven van
Arsène Goedertier, en de primaire getuigenissen van mensen die zijn handelingen
en uitspraken beschreven tijdens de periode van de afpersing.
[i] In 1540 werd de Sint-Janskerk omgedoopt tot
Sint-Baafskathedraal: Van Eyck, p. 88, 1980, Elisabeth Dhanens, Mercatorfonds
[ii] Van Eyck, p. 88, 1980, Elisabeth Dhanens,
Mercatorfonds
[iii] Het Lam Gods, p. 33, 1995, Peter Schmidt,
Davidsfonds/Leuven
[iv] Het retabel van het Lam Gods, p.42, 1965, Dr.
Elisabeth Dhanens, Provincie Oost Vlaanderen, Inventaris van het
kunstpatrimonium.
[v] Het retabel van het Lam Gods, p.43, 1965, Dr.
Elisabeth Dhanens, Provincie Oost Vlaanderen, Inventaris van het kunstpatrimonium.
[vi] Het Lam Gods, p. 17, 1995, Peter Schmidt,
Davidsfonds/Leuven
[vii] Het retabel van het Lam Gods, p.48, 1965, Dr.
Elisabeth Dhanens, Provincie Oost Vlaanderen, Inventaris van het
kunstpatrimonium.
[viii] Het retabel van het Lam Gods, p.49, 1965, Dr.
Elisabeth Dhanens, Provincie Oost Vlaanderen, Inventaris van het
kunstpatrimonium.
[ix] Het retabel van het Lam Gods, p.48, 1965, Dr.
Elisabeth Dhanens, Provincie Oost Vlaanderen, Inventaris van het
kunstpatrimonium.
[x] Het retabel van het Lam Gods, p.46, 1965, Dr.
Elisabeth Dhanens, Provincie Oost Vlaanderen, Inventaris van het
kunstpatrimonium.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten