Woensdag,
11 april 1934 – 5.25 uur. Onderkoster Oscar Van Bouchaute, bijgenaamd de Suisse, was aan zijn ronde begonnen in de Gentse
Sint-Baafskathedraal.[i] Aan de rechterzij-ingang wilde
hij met zijn sleutel de deur openen die uitgaf op het Sint-Baafsplein. Plots
werd de houten poort opengeduwd. Tot zijn grootste verbazing kwam de 68-jarige
Marie De Vuyst de kathedraal binnen gewandeld. Zonder een woord te zeggen, liep
de oude vrouw hem voorbij om de eerste mis van 5.30 uur bij te wonen.[ii] Verbouwereerd stelde hij
vast dat de deur die uitgaf op het Sint-Baafsplein op een kier stond, en dat de
tong van het slot uit het slot stak. Hij was er nochtans van overtuigd dat alle
deuren de avond ervoor behoorlijk waren gesloten.[iii]
Ongerust bracht Van Bouchaute
verslag uit bij koster Hector Van Volsem. Beiden holden naar de sacristie, waar
de schatten van de kerk bewaard werden. Daar stelden ze tot hun enorme opluchting
vast dat er niets ontvreemd was.[iv] Bijgevolg dacht de koster
dat het ging om een vergetelheid en verzocht hij Van Bouchaute hierover een opmerking
te maken aan zijn collega Alfons Hebberecht. Volgens hem was Hebberecht iemand
die nogal slordig was.[v] Van Bouchaute vervolgde zijn
ronde zonder iets bijzonders op te merken. Ter hoogte van de Vijdkapel merkte
hij dat het ijzeren hek nog gesloten was en dat het rolgordijn voor het Lam Gods hing.[vi]
Om 7 uur kwam Hebberecht
binnen en werd hij door een ietwat geprikkelde Van Bouchaute op het voorval
gewezen. Hebberecht ging dadelijk in het verweer, maar kreeg tegelijk een naar
voorgevoel. Hij raadde zijn metgezel aan om nog eens goed rond te kijken.[vii]
Toen Van Bouchaute iets later
met zijn sleutel de ijzeren poort van de Vijdkapel opende, voelde hij zich nog
tamelijk rustig. In de kapel schikte hij wat foto’s en kaartjes, waarna hij het
groene rolgordijn optrok.[viii] Wat hij toen zag, deed
zijn hart overslaan: het linker-beneden-paneel van het Lam Gods was verdwenen![ix] In plaats van de
grisaille ontwaarde hij door de opening het felle rood en groen van het
middenpaneel De Aanbidding van het Lam. De panelen met De Rechtvaardige Rechters en Sint-Jan
de Doper waren gestolen!
De twee onderkosters gingen de
koster verwittigen, die ondertussen al thuis aan het ontbijt zat. Het was 7.30
uur.[x] Hector Van Volsem zag zich
nu voor de zware opgave gesteld de ‘engelbewaarder’
van het Lam Gods, kanunnik Van den
Gheyn, het catastrofale nieuws te brengen.
Kanunnik Van den Gheyn was de
conservator van de kunstschatten in de kathedraal. Het Lam Gods
beminde hij het meest; hij noemde het schilderij steevast ‘mon Agneau Mystique’.[xi] Voor hem was het veruit
het mooiste kunstwerk ter wereld.[xii] Tijdens de Eerste
Wereldoorlog had hij nog met een list het retabel in veiligheid gebracht voor
de Duitsers.[xiii]
Na de oorlog werd hij op het stadhuis van Gent dan ook in aanwezigheid van
zowat 350 genodigden gelauwerd als ‘de redder van Het Lam Gods’.[xiv]
Met loden schoenen begaf de
koster zich naar de kapel van het klooster Poortakker waar de kanunnik
dagelijks de mis opdroeg.[xv] De onheilstijding moet
voor Van den Gheyn een zware klap geweest zijn. Hij reageerde alsof zijn eigen
kind iets overkomen was. Ogenblikkelijk trok hij naar de Vijdkapel om zich te
vergewissen van de situatie.[xvi] Daarna ging hij naar het
politiecommissariaat aan de Botermarkt, waar omstreeks 8.35 uur het allereerste
proces-verbaal opgesteld werd omtrent de ‘diefte
van Het Lam Gods’.[xvii] De commissaris begreep
dadelijk dat het hier om een gewichtige zaak ging. Hij liet het parket
verwittigen en trok naar de Sint-Baafskathedraal om Van Volsem en Van Bouchaute
te verhoren.[xviii]
Even later kwam de gerechtelijke politie ter plaatse om aan de eerste
vaststellingen te beginnen.[xix] Er werd ook een
internationaal signalement uitgevaardigd.[xx]
Al snel verspreidde het
nieuws van de diefstal zich via de radio in de Vlaamse huiskamers. Honderden
mensen gingen zich vergewissen van deze ‘heiligschendende diefte’. Een
journalist van Le Bien Public schatte dat het er ongeveer 1500 waren.[xxi] Op een gegeven ogenblik
werd het zo druk dat commissaris Luysterborgh en zijn mensen van de
gerechtelijke politie de kathedraal verlieten, om pas in de namiddag hun werkzaamheden
verder te zetten.[xxii]
Zoals ook bleek uit zijn persoonlijke notities, had Luysterborgh die dag nog
heel wat werk te doen: een huiszoeking, een vruchtafdrijving en een onderzoek
naar gestolen… kaas.[xxiii] Op deze manier zijn er
wellicht heel wat nuttige sporen verloren gegaan. Het illustreert ook hoe
weinig aandacht men van bij het begin besteedde aan een toch wel belangrijke
kunstdiefstal. De waarde van De Rechtvaardige Rechters
alleen al werd in de jaren dertig op een slordige 12 miljoen Belgische frank
(300.000 EUR) geraamd. De huidige waarde bedraagt ongeveer 6 miljoen euro.
Het enige wat de gerechtelijke
politie achteraf nog kon vaststellen, was dat de toegangsdeuren van de
kathedraal geen sporen van inbraak vertoonden. Op de lijst van de retabel
merkte men enkele druksporen op, veroorzaakt door een hard voorwerp. Hier
werden foto’s van gemaakt.[xxiv] De eerste conclusie was
dat de dief zich had laten insluiten in de kathedraal om dan ’s nachts toe te
slaan. De Nieuwe Gazet schreef: ‘Het enige voorwerp dat ter plaatse ontdekt
werd, is een eindje touw. Een stom eindje touw. Verder niets…’ [xxv]
In de dagen na de diefstal
kwam de geruchtenmolen op gang. Overal werden er verdachten gesignaleerd.[xxvi] Vooral Duitsland werd
geviseerd, omdat men daar de gedwongen teruggave van de zijpanelen van het Lam Gods na de Eerste Wereldoorlog nooit
had kunnen verkroppen.[xxvii] [xxviii]
Het onderzoek zat al vlug
muurvast, en dat bleef zo tot die eerste mei…
[i] Proces-verbaal 235, politie Gent, 11 april
1934 (gerechtelijk dossier Gent)
[ii] Proces-verbaal 921, gerechtelijke politie
Gent, 13 april 1934 (gerechtelijk dossier Gent)
[iii] Proces-verbaal 919, gerechtelijke politie
Gent, 11 april 1934 (gerechtelijk dossier Gent)
[iv] De
Standaard, 12 april 1934, Een der heerlijkste Vlaamse kunstschatten: Een
zijluik van "De Aanbidding van het
Lam Gods" gestolen te Gent
[v] Proces-verbaal 921, gerechtelijke politie
Gent, 13 april 1934 (gerechtelijk dossier Gent)
[vi] Proces-verbaal 235, politie Gent, 11 april
1934 (gerechtelijk dossier Gent)
[vii] Proces-verbaal 920, gerechtelijke politie
Gent, 12 april 1934 (gerechtelijk dossier Gent)
[viii] Het
Volk 12 april 1934
[ix] Proces-verbaal 920, gerechtelijke politie
Gent, 12 april 1934 (gerechtelijk dossier Gent)
[x] Proces-verbaal 921, gerechtelijke politie
Gent, 13 april 1934 (gerechtelijk dossier Gent)
[xi] Dossier Lam Gods, p. 48, 1994, Karel Mortier
en Noël Kerckhaert, Stichting Mens en Kultuur
[xii] L’Interprétation du Retable de Saint Bavon à
Gand: l’Agneau Mystique des frères Van Eyck, 1920, kanunnik Van den Gheyn
[xiii] Dossier Lam Gods, p. 18, 1994, Karel Mortier
en Noël Kerckhaert, Stichting Mens en Kultuur
[xiv] Dossier Lam Gods, p. 24, 1994, Karel Mortier
en Noël Kerckhaert, Stichting Mens en Kultuur
[xv] Het
Volk, 12 april 1934
[xvi] Le Bien
Public, 12 april 1934
[xvii] Proces-verbaal 235, politie Gent, 11 april
1934 (gerechtelijk dossier Gent)
[xviii] Proces-verbaal 235, politie Gent, 11 april
1934 (gerechtelijk dossier Gent)
[xix] Proces-verbaal 919, gerechtelijke politie
Gent, 11 april 1934 (gerechtelijk dossier Gent)
[xx] Proces-verbaal 876, gerechtelijke politie, 11
april 1934, (gerechtelijk dossier Gent)
[xxi] Le Bien
Public, 12 april 1934
[xxii] Dossier Lam Gods, p. 52, 1994, Karel Mortier
en Noël Kerckhaert, Stichting Mens en Kultuur
[xxiii] Dossier Lam Gods, p. 53, 1994, Karel Mortier
en Noël Kerckhaert, Stichting Mens en Kultuur
[xxiv] Proces-verbaal 919, gerechtelijke politie
Gent, 11 april 1934 (gerechtelijk dossier Gent)
[xxv] De
Nieuwe Gazet, 12 april 1934
[xxvi] Les Débas,
20 april 1934, Jean Ray
[xxvii] Het
Belang van Limburg, 20 april 1934
[xxviii] Het
Laatste Nieuws, 16 april 1934
Geen opmerkingen:
Een reactie posten